E-mail: guus@ham-muiden.nl
Redactie en uitgave: Historisch Archief Muiden. Burg. de Raadtsingel 32, 1398 BG Muiden.Tel.nr. 029426-4922

 

 

131: De bruiloft van Floris

 

Het was een mooie herfstdag in het jaar 1295. De zon scheen door de oranje gekleurde bladeren van de eiken langs de vestinggracht. Een bonte stoet rijtuigen naderde de poort van het Muiderslot.

Voorop de lijfwachten van de graaf die gespannen om zich heen keken en iedereen die niet vlug genoeg aan de kant ging wegduwden. Ondanks de feestelijke uitdossing van de bruiloftsgasten hing er een nerveuze spanning in de lucht. Voorafgaand aan het huwelijk van de graaf waren er wat kleine opstootjes geweest onder de bevolking. Een herberg was op last van de staf van de graaf ontruimd om een onderkomen te verlenen aan zijn lijfwacht. De gasten protesteerden en een handgemeen hing even in de lucht, maar de overmacht aan soldaten gaf de doorslag. Mokkend en protesterend verlieten de vaste gasten herberg Het Muizenhol.

Ook waren enkele boerenhofsteden langs de route voor alle zekerheid ontruimd. Na de aanslagen van de laatste tijd door opstandige Friezen, nam men geen enkel risico. De bewoners mochten hun huizen pas weer betreden nadat de laatste bruiloftsgasten waren vertrokken. De paarden en rijtuigen werden gestald op de hofsteden. Het vee van de boeren moest voorlopig maar elders onder gebracht worden.

Alle gasten werden zorgvuldig van te voren doorgelicht en gefouilleerd, behalve de naaste familie natuurlijk. Graaf Floris en zijn aimabele Sofie, gevolgd door zijn vader Willem II, zijn tante Margaret, oom Albrecht, neven Jan, Dirk en Arnout met hun gades en kinderen. Niemand sloeg acht op enkele bedienden die de kruitkamer van het slot in gingen, want er zouden na de huwelijksvoltrekking 12 saluutschoten worden afgevuurd. Het hele gezelschap begaf zich naar de kapel.

Floris droeg zijn mooiste wapenrusting met de bepluimde helm en het schild van de Hollandse Leeuw. Zijn zwaard had hij bij zich, hoewel zijn aanstaande bruid dat allemaal wat te veel van het goede vond. Voor het altaar knielden zij neer, wat nog niet meeviel met zo’n harnas aan. De priester begon met de ceremonie en sprak in het latijn. Een van de bedienden reikte de wijn aan voor de zegening. Toen Floris opkeek zag hij opeens hoe Samir van Amstel opstond. Van Amstel was een van zijn leenheren. Ze hadden ruzie gehad, maar het weer bijgelegd. Op dit moment greep Van Amstel een fakkel en liep naar Mohammed van Velzen. Deze liet zijn wambuis van zich afvallen en overgoot zichzelf met brandewijn. Van Amstel stak hem in brand met zijn toorts. Als een levende fakkel strompelde Van Velzen op de graaf toe. Er klonk gegil en gevloek, maar de graaf bleef kalm. Hij wierp de zware tafel omver en blokkeerde zo de doorgang voor Van Velzen. Ali van Woerden trok een dolk maar de graaf had reeds zijn zwaard paraat en weerde de stoot af. De drie samenzweerders zagen dat hun plan mislukte en trokken zich terug in de keuken. Daar sprongen zij uit het venster in de slotgracht en zwommen naar de wal.

Maar het volk dat buiten het kasteel stond te wachten had hen in de gaten gekregen en stormde op hen af. Samir van Amstel rende naar het tuinhuisje, op de hielen gevolgd door de woedende menigte. Ook de lijfwacht van de graaf mengde zich nu in de massa. Bij het tuinhuisje aangekomen greep Samir een reeds van te voren aangestoken toorts en stak de lont aan van een kruitvat dat hij gestolen had uit de kruitkamer. Een luide explosie weerklonk. Toen de rook opgetrokken was lagen de geblakerde resten van tien doden op het gras.  

De uitzinnige menigte stortte zich nu op de andere twee samenzweerders en scheurde hen letterlijk aan stukken. Daarna stak men de hoofden van de doden op lange lansen en droeg deze in triomf naar de poort van het kasteel. Graaf Floris bedankte zij trouwe aanhang en bood drank en voedsel aan om zijn redding te vieren. Er werd gefeest tot diep in de nacht. Zang en dans klonken over de wateren van de Vecht en de Zuiderzee. De volle maan bescheen de bloederige hoofden van de 3 samenzweerders.

In de verte kraste een uil. Het begon te vriezen. Floris en zijn Sofie vertrokken de volgende dag naar Den Haag en namen hun intrek op het Binnenhof. Pas in de volgende zomer zou Floris terugkeren op het Muiderslot, maar dat is een ander verhaal.                                   GK

 
Did you come to my page by SearchEngine? Click here to see my WebSite...