E-mail: guus@ham-muiden.nl
Redactie en uitgave: Historisch Archief Muiden. Burg. de Raadtsingel 32, 1398 BG Muiden.Tel.nr. 029426-4922

De Sluiz

 
 

Aflevering nr. 162: Een zonnige dag aan de Wassenaarseslag

 
Op zondag 11 maart 2007 maakte ik met mijn vriendin Dora een uitstapje naar de Wassenaarseslag.

We vertrokken op een bewolkte ochtend om half twaalf op de fiets uit Muiden en moesten hard trappen tegen de zuidoosten wind. Ik reed vast vooruit om kaartjes uit de automaat te halen op het station in Weesp. De fietsen werden veilig opgeborgen in de NS-stalling van de firma Oldenburger. Onze trein vertrok om 11.53 uur. Hij stond al klaar toen we de trap opklommen van het perron. We ploften hijgend en bezweet neer op de gladde groene banken van de dubbeldekker, nadat ik mijn hoofd eerst had gestoten aan het verlaagde plafond van de bovenverdieping.

Via Diemen-Zuid, Duivendrecht, RAI-WTC, Hoofddorp, Schiphol en andere stations boemelden we in zo’n vijftig minuten zonder overstappen naar Leiden. Daar, in het mooie, ruime en moderne station, hebben we fietsen gehuurd bij een ander filiaal van de firma Oldenburger. We overwegen om een OV-fietsabonnement aan te schaffen, omdat we nog wel eens vaker ergens een fiets willen gaan huren. Na even zoeken bij het Leidse Universiteit Medisch Centrum vonden we de weg naar Wassenaar. De rode ANWB-bordjes wezen ons de weg. Het was zo’n 7 km door afwisselende bebouwing en allerlei landschappen. Bedrijventerreinen, moderne woonwijken, akkers en weilanden.

In Wassenaar herkende ik op en gegeven moment de weg naar het strand. Toen ik een jaar of tien was hebben we met mijn ouders en broers verschillende zomers doorgebracht in het huis van kennissen in Wassenaar. De heer Griffioen, vader van een groot gezin, bracht ons weg met zijn busje. We woonden naast de kruidenierswinkel van de familie Bosboom, zodat we alles bij de hand hadden. Het enige nadeel was dat mijn moeder elke dag vis moest koken voor de katten van de familie Bosboom. Deze familie bracht haar vakantie door in Friesland. Wij konden gebruik maken van de aanwezige fietsen. Ik kreeg vaak de fiets van een van de dochters. Er zat een zogenaamd “dameszadel” op, zonder punt. Bij het kracht zetten tegen de duinen gleed ik van het zadel.

Dora en ik fietsten langs de drukke weg en beklommen de steile helling die ik me nog goed kon herinneren. Daarna ontvouwde zich het duinpanorama, met in de verte het hotel-restaurant Meijendal.

Ik maakte onderweg een paar foto’s en genoot van de sfeer en de geur van de duinen, de dennen in de bossen en de zilte lucht van de zee, vermengd met patat. Bij de strandopgang zetten we onze fietsen op slot en liepen naar het herdenkingsmonument voor de zes Franse commando’s , die in februari 1944 bij een landingspoging omkwamen. Hun verkenningsmissie mislukte al voordat hij goed en wel begonnen was. Ze verdronken in het ijskoude water toen hun rubberboot omsloeg in de hevige branding. Er lagen nog diverse verlepte bloemstukken van de herdenking op 28 februari.

Het was ongelooflijk druk. De zon scheen inmiddels volop. Er was een handvol eettentjes geopend en één strandpaviljoen, de Gouden Bal, had het terras geopend. Wij streken neer aan een tafeltje met uitzicht op het strand en wachtten op een serveerster. Overal zaten mensen te genieten van het heerlijke weer. De bediening liet echter te wensen over. Blijkbaar had de uitbater van de Gouden Bal niet voorzien in voldoende personeel. Binnen mocht je niet bestellen en buiten kon je niet bestellen. Wij lieten ons niet ontmoedigen en spraken de van huis meegebrachte etenswaren uit onze tassen aan. Terwijl we zo zaten uit te blazen ontstond er plotseling opwinding op het strand onder aan het terras.

Een paard zonder berijder draafde rond met een karretje. Het dier was op hol geslagen en rende in een kringetje. Een man deed een poging om het dier te stoppen, maar zonder succes. Een andere man sprong van het terras en deed ook een poging, maar opeens veranderde het dier van koers en draafde met een boog op het terras af. Er ontstond paniek. Tafels vielen om en er was gegil. Ik haastte me naar de hoek van het terras, voor het geval dat het op hol geslagen dier onze kant op zou komen. Dora kon nog snel onze tassen oppakken. Het paard werd gestuit door de tafels en parasols en keerde weer om. Buiten ons gezichtsveld is het de strandweg opgerend en verdwenen.

Toen alles weer rustig was hebben we onze lunch voortgezet. De bediening had het volgens eigen zeggen nu te druk om te bedienen, omdat ze de puinhopen op moest ruimen. We maakten een strandwandeling naar het noorden en zochten naar paal 91, waar de Franse commando’s in 1944 moesten landden. De paal, evenals andere palen, bleek verdwenen te zijn. Wellicht het gevolg van moderne digitale communicatie-middelen, zodat de palen overbodig zijn. Toch jammer. In plaats daarvan bewonderden we twee kite-survers, die de harde wind trotseerden en sierlijke sprongen maakten op de hoge golven.

Om drie uur zijn we teruggegaan. Met wind mee waren we weer snel terug in Leiden. Het einde van een korte, zonnige dag aan de Wassenaarseslag. GK

 

 

Paal 91, aan de Wassenaarseslag, waar zes Franse commando’s omkwamen in februari 1944.

(Uit: Het drama bij Wassenaarseslag, februari 1944 – P.H. Kamphuis, De Bataafse Leeuw 1985)

 
 
 
Did you come to my page by SearchEngine? Click here to see my WebSite...